Er zijn diverse schepen die niet als vissersschip gebouwd zijn, maar toch enige tijd als dus gebruikt werden. Zo was begin twintigste eeuw de ansjovisvangst in het voorjaar zo lucratief dat zelfs tjalken daaraan deelnamen. Een andere categorie vormen de kleine geheel open vaartuigen, waarvan de meesten geroeid werden of als dochterboot bij een groter schip fungeerden. Ze waren meestal actief in de dobber- of fuikenvisserij en bezaten soms een bun.
In de
opsomming van vaartuigen in de visserij zijn de meeste van dat soort scheepjes genoemd. In die lijst ontbreken in ieder geval wel het
boatsje, de
tjotter en het
Friesjacht want zelfs dat was eens een werkschip.