Globale indeling van de
machinekamer. Op gangboordniveau bevond zich achter in de machinekamer
een bordes (lichtgrijs) met trap naar beneden.
Luchttanks, twee aan elke kant onder het gangboord.
Hydrofoorinstallatie.
Oliegestookte verwarmingsketel.
Hulpgenerator met 4 V-snaren gekoppeld aan de SB-motor.
Bolnesmotoren met Brevo-keerkoppeling. Aan SB een rechtsom
draaiende motor, aan BB een linkse.
Generator/compressorset met Kromhout 4 LS.
Onderdelen bergplaats.
Gasolietank 11 m³ met daarboven accubak 110/120 V.
Hoofdschakelkast 110V tegen voorkant van de tank.
Gasolietank 11 m³ met daarboven de smeerolietank.
Bordes langs bovenzijde tanks met traptreden tegen tank 10 maakt aftap
en peilglas smeerolietank alsmede de pomp voor de dieseloliedagtank
bereikbaar.
De hutten onder de brug waren bedoeld voor passagiers of de loodsen. De
ruimtes bezaten geen kookgelegenheid of sanitair. De passagiers waren
meestal gasten van de rederij.